Ik ben van de juiste leeftijd om de eerste Star Wars film in de bioscoop te hebben gezien. Ik zal zestien zijn geweest toen die in Nederland in de bioscoop draaide. Ik had een florerende krantenwijk, geld genoeg om welke film ik maar wilde te zien. Ouderlijke toestemming was ook geen probleem. Mijn ouders waren in hun jeugd zelf fervente bioscoopgangers geweest. Vooral mijn moeder had vaak verteld over hoe ze in haar geboorteplaats Surabaja soms meedere malen per dag naar de bioscoop ging.
Toch ben ik toen niet naar Star Wars geweest. Wat ik wel heb gezien is Jaws, The Towering Inferno, King Kong, Bud Spencer en Terence Hill (een hele serie), Bruce Lee, James Bond en allerlei films waarvan ik me de naam niet herinner. Maar geen Star Wars.
Ik kan me ook helemaal niet herinneren dat hij in de bioscoop draaide, zoals ik me bijvoorbeeld wel de filmposter van de Bakshi’s Lord of the Rings (ben ik ook niet heen geweest) op de muur van de Cinema bioscoop in Deventer herinner . Misschien had ik net een paar slechte science-fiction films gezin op tv en had ik daarom ogenblikkelijk besloten er niet heen te gaan zodat het nooit in mijn geheugen is blijven hangen. De mond-tot-mond reclame die voor de eerste Star Wars film zo belangrijk is geweest had mij ook niet bereikt. Ik herinner me niemand die de film had gezien, laat staan er laaiend enthousiast over was. Ik heb een historisch moment beleefd en ben erin geslaagd er doorheen te slapen.

Misschien is ‘historisch moment’ een groot woord maar voor liefhebbers van science-fiction en fantasy mag je het wel zo noemen. Star Wars heeft science-fiction weer op de kaart gekregen in Hollywood. Walt Disney haakte in op de populariteit van R2D2 en C3PO in ‘Dark Star’. Er werd begonnen aan een verfilming van Frank Herbert’s Dune en aan de eerste Star Trek film. Zonder Star Wars was Star Trek waarschijnlijk nooit verder gekomen dan een eindeloze herhalingen van de originele serie. Op tv was de serie Battlestar Galactica bijna een regelrechte kloon.
Ook de fantasy heeft veel aan Star Wars te danken. Star Wars is natuurlijk een science-fiction maar met een duidelijk fantasy element erin in de vorm van ‘the Force’ en de Jedi’s. Iets dergelijks werd heel gewoon: een magisch fantasy element in een science-fiction omgeving. Maar er kwamen ook echte fantasy films als ‘Dark Cristal’, ‘Legend’ en ‘Willow’ uit.

Breder dan dat: Star Wars was ook een revival van de matinee film. In de jaren zeventig was Hollywood een beetje afgedwaald van haar wortels in het simpele entertainment. Er lag veel nadruk op serieus werk met daarnaast rampen spektakels en horror. Geen lichte kost allemaal. Star Wars was een terugkeer van ongecompliceerd amusement voor jong en oud.

Uniek aan Star Wars waren ten eerste de special effects. George Lucas had de technieken uit de jaren vijftig en zestig afgestoft en verbeterd. Die know how kon opnieuw gebruikt worden. Maar ook het verhaal van Star Wars was herhaalbaar. Het was geen groot origineel meesterwerk maar heel duidelijk een sjabloon. De verschillende elementen erin waren fantasierijk bedacht en liefdevol uitgewerkt maar in principe herhaalbaar: dit was vatbaar voor Hollywood’s industriële aanpak van film maken. En het was een kaskraker. De opvolgers mochten best wat minder van kwaliteit zijn en minder opbrengen, dan nog kon het uit. En zo werd Star Wars meer dan een successvolle film en mag je spreken van een historische moment.

Het begin heb ik dus gemist maar daarna heb ik de schade ruimschoots ingehaald. De tweede en derde film van de trilogie heb ik wel in de bioscoop gezien en het hele spul -tig keer op videotape. En natuurlijk heb ik de opgepoetste versie ervan aangeschaft, zodra George Lucas hem eindelijk uitbracht op koopvideo. Toen was ook bekend dat hij aan een tweede trilogie werkte die de voorgeschiedenis van Luke Skywalker’s verhaal zou vertellen. Een bijvoorbaat al legendarisch werk. Alleen al omdat het een, voor zover ik weet, nieuw woord introduceerde: prequel.
Deze nieuwe trilogie heb ik natuurlijk ook in de bioscoop gezien. Op de eerste dag van uitkomst, heb je de minste last van spoilers. Net zoals ik de DVD’s ervan op de eerste dag van uitkomst heb gekocht. Misschien een zelfs eerder. Ik was ‘s ochtends vroeg in de Free Record Shop voor de extended versie van de ‘Fellowship of the Ring’ die vanaf die dag verkocht mocht worden en tot mijn verbazing lag daar ook ‘The Phantom Menace’ al. Die zou er pas een paar dagen later mogen liggen maar het was hem toch echt. Gelijk meegenomen naar de kassa. De vent erachter zei niets en ook uit de kassa kwam geen gepiept ‘ILLEGAL SALE !!’ of iets in die trant. Misschien is er op het laatste moment nog mee geschoven maar ik houd het erop dat ik ‘The Pantom Menace’ voor de officiële releasedatum heb gekocht.

Ik mag me zelf dus wel een liefhebber noemen. Misschien wel fan maar dat doe ik liever niet. Ten eerste heb ik nooit de behoefte gehad aan alle Star Wars merchandise. Een model van de Millenium Falcon was nog wel mooi maar de rest ? Ik heb er ook nooit iets van gehad, nog geen Star Wars baseballpetje. En zonder dat ben je natuurlijk geen fan.
Ten tweede maak ik me geen illusies over bepaalde kwaliteiten van de films. Het zijn prachtige avonturenfilms met schitterende actiescenes en baanbrekende special effects maar er is ook een andere kant van de medaille. Houten dialogen, platte karakters en een verhaal dat niet gestorven is in zijn eerste ongeloofwaardigheid. Je kunt geen fan zijn als je toegeeft je het soms tenenkrommend is wat je te zien krijgt. De hele romance tussen Han en Leia is heel melig bijvoorbeel maar het dieptepunt is Lando Calrissian. Geen zin uit zijn strot klinkt geloofwaardig, alles wat hij doet is zo overduidelijk geacteerd. Ik ben altijd opgelucht als hij van het scherm verdwenen is. Ik vind dat het ‘fan’ een devotie suggereert die dwars staat op dit soort relativeringen. Ik hou het op ‘liefhebber’. Een veel mooier woord ook.

Kun je als liefhebber dan wel leven met deze tekortkomingen? Zeker, kwestie van accepteren dat ze inherent zijn aan het genre, aan het soort film die George Lucas wilde maken. Het kost tijd om karakters meer diepgang te geven of een geloofwaardige ontwikkeling. Tijd die je anders wilt besteden.
Voorbeeld. Wanneer de Millenium Falcon in ‘The Empire Strikes Back’ zich in een grot verstopt voor achtervolgende Tie fighters krijgen we een rustig moment in de film. George Lucas had dat kunnen gebruiken om wat van de verschuivende relatie tussen Han en Leia te laten zien. Hij had ze in gesprek kunnen laten komen en elkaar iets over zichzelf laten vertellen en zo laten zien dat ze naar elkaar toe groeien. Daarna had een Tie fighter ze kunnen ontdekken, of de meteoriet had door een bom gespleten kunnen worden zodat ze hun schuilplaats moesten verlaten en de achtervolging opnieuw begon. Op dat moment was je weer terug geweest in de verhaallijn zoals die nu in de film zit.
Het had dus gekund maar wat er gebeurd is dat ze uitvinden dat de grot in werkelijkheid de keel is van een gigantische ruimteslang. Ze kunnen met de Millenium Falcon nog maar net tussen zijn dichtklappende gebit ontsnappen naar de wachtende Tie fighters. Waarom een stuk karakterontwikeling van twee van je hoofrollen laten zien als je ook actie kunt krijgen?

Een heel normale keuze in dit genre. Karakterontwikkeling, zo die er is, word aangestipt, gesuggereerd en de kijker moet de rest er maar bij verzinnen. Voor actie hoeft hij geen beroep te doen op zijn fantasie, die krijgt hij breedbeeld te zien.