Soms zit je met tijden te knoeien met een probleem. Je probeert van alles zonder veel resultaat. En dan, opeens, is het voorbij. Echt helemaal opgelost: geschiedenis. Een intens voldaan gevoel krijg je ervan. En je denkt meestal gelijk erbij: dat had ik veel eerder moeten doen.

Zo zat ik enkele jaren geleden met ‘flikkerende’ DVD’s. Ik had VHS banden gedigitaliseerd en op DVD’s gebrand. Op de PC speelden die keurig af maar op de televisie beneden ‘flikkerde’ het beeld. Niet alleen op mijn DVD speler en televisie. Ook bij anderen gaven mijn DVD’s hetzelfde probleem. Van alles heb ik geprobeerd om eraf te komen: schoonmaken van de VHS recorder, andere kabels, andere videorecorder, andere brander, zelfs een andere PC. De Pinacle Studio software die ik gebruikte heb ik gepatcht en geupdate tot mijn modem rood gloeiend stond. Windows XP opnieuw geïnstalleerd, met en zonder servicepack. Zonder resultaat. Het was duidelijk een interlacing probleem, maar een oplossing?
Uiteindelijk viel de verdenking op de capture kaart: een Miro (later Pinacle) DC-10. Een heel populair kaartje destijds dus daar kan het niet aan liggen toch? Dan was iemand dat probleem toch wel eerder tegen gekomen? Dus wel. Uiteindelijk heb ik voor 400 guldens (toen nog) een Canopus ADVC-100 gekocht. Bijna vier keer zoveel als ik voor mijn DC-10 had betaald. Opeens was het probleem helemaal weg. Of ik nu de nieuwste patch van Studio gebruikte of het zo van de CD-Rom haalde. Met elke kabel en elke brander: altijd weer een keurig flikkervrij beeld.

Meer recent heb ik zitten worstelen met een ander probleem. Dat van een lawaaige en warme computer. Mijn beide PC’s zijn zelfbouw gevallen en de oudste heb ik in eind 2000 samengesteld.  Het was de tijd van de race tussen Intel en AMD om de eerste gigaherz CPU te maken. Niemand maakte zich nog druk om het geluid dat PC’s produceerden. Snelheid, daar ging het om. En snel was hij. Maar vanaf de eerste keer dat ik de power knop indrukte dacht ik ook: “Tjonge, hij maakt wel erg veel lawaai”.
Het volgende jaar bouwde ik een tweede PC. Ik hield al rekening wat rekening met de geluidsproductie van de nieuwe configuratie. Een passief gekoelde videokaart en moederbord. Een stillere harde schijf. Het resultaat klonk al beter maar hield nog niet over. Eigenlijk nog steeds te lawaaig. Bovendien liepen de temperaturen in de zomer erg hoog op. Ik kreeg te maken met spontane resets van de PC wanneer de CPU temperatuur richting de 60 graden ging. Niet goed, deze tweede PC was een server en bleef ook ‘s nachts aan staan. Hij moest stiller worden.

Dat viel lang niet mee. Een geluidsbron elimineren zorgde er voor dat dat overgebleven bronnen meer opvielen. Soms moest ik geluidsbesparende maatregelen terugdraaien omdat ze hogere temperaturen opleverden en dat kon ik ook niet gebruiken. Bovendien mocht het ook niet veel kosten. Er waren ondertussen meer mensen gekomen die een stille computer op prijs stelden en ontstond een industrietak van bedrijfjes die allerlei ‘stille’ producten maakten. Fluisterende ventilatoren, passieve koelingen, geluidsdempende matten en kastjes, allerlei rubber ringetjes en staafjes. Als je niet uitkeek was je een kapitaal kwijt en of het hielp in jouw situatie? Na veel experimenteren heb ik beide PC’s stilgekregen maar in de zomer moest ik mijn server onderklokken om problemen te voorkomen. En zelfs dan lukte het maar net aan. Ideaal was het zeker niet.

Maar zoals gezegd, ‘silent computing’ is ondertussen een trend geworden. Energie-efficientie is het toverwoord. CPU’s, schijven en kasten: bij alles wordt tegenwoordig gekeken naar geluid en warmteproductie. Afgelopen november heb ik een nieuwe PC gemaakt. Ik heb geen speciale energiezuinige spullen gebruikt maar alleen moderne standaard componenten, alles wel geselecteerd met het oog op geluid en warmte productie. Het resultaat was verbluffend. Zonder dat ik nog iets getuned had (gewoon de spullen in elkaar geschroefd en 220V erop) kreeg ik de stilte die ik jaren vergeefs gezocht had. Een fluisterzacht ruisende computer. Warmte? De CPU kwam bijna niet boven kamertemperatuur uit. In feite was de lucht die uit de kast geblazen werd zo koud dat ik concludeerde dat er sprake wa van onnodige koeling. Ik heb de processor ventilator met een regelaar tot onder de 1000 rpm teruggedraaid, mijn enige aanpassing. De PC is nu helemaal onhoorbaar en alles draait nog steeds veel koeler dan in mijn oude PC’s met alle ventilatoren aan. Ik moet nog een zomer meemaken maar dit kan niet meer stuk.

Weer een probleem weg. Weer dat fijne gevoel dat er iets echt voorbij is. En ook nu weer was het een kwestie van drastische vervanging van hardware. Duur, lang uitgesteld, eerst alle andere mogelijkheden uitgeprobeerd. Maar uiteindelijk veel effectiever dan eindeloos prutsen met kleine dingetjes. Echte problemen vragen kennelijk om echte oplossingen en die zijn niet gratis.